Multiple choice is een terugkerende manier van vragen stellen tijdens toets- of tentamenperiodes op scholen. De één is er blij mee, de ander vindt het een ramp. Vooral de zogenaamde beelddenkers worstelen meer met dit soort vragen. Ze kunnen bij een vraag vaak meerdere opties zien en zo creatief doordenken over de antwoorden, dat ze uiteindelijk geen idee meer hebben wat juist is. Of ze kunnen de antwoorden zo beredeneren dat ze ook juist zijn. Helaas heeft de bedenker van de vraag al een richting bepaald in zijn hoofd en daarop het antwoord geformuleerd.
Er valt veel te zeggen over hoe je dit kunt aanpakken maar hieronder geef ik 7 belangrijke tips.
TIP 1
Werk in 3 rondes:
ronde 1 maak de makkelijke vragen eerst
ronde 2 maak daarna de moeilijkere vragen
ronde 3 maak tot slot de lastigste en tijdrovende vragen
TIP 2
Onderstreep belangrijke begrippen/woorden in de vraag zoals aantal redenen, nooit, niet, in de meeste gevallen, het beste.
TIP 3
Antwoorden met nooit en altijd zijn meestal fout, dus kies die niet als je het niet weet; kies voor antwoorden met meestal, soms of waarschijnlijk.
TIP 4
Denk niet te diep en te creatief na; de vragen zijn meestal niet diepzinnig bedoeld.
TIP 5
Herhaalde kernwoorden uit de vraag zijn vaak een indicatie voor het goede antwoord;
als je het echt niet weet kies dan voor het langste antwoord
TIP 6
Als je het antwoord echt niet weet en er is geen lang antwoord,
kies dan voor B of C. Veel leraren vinden dit de beste ‘verstopplek’.
TIP 7
Verbeter achteraf alleen op basis van nadenken en nieuwe inzichten/invalshoeken, niet op basis van zenuwen/stress.
Succes met de tips!
Laat je reactie achter onder dit bericht of stuur mij een e-mail. Ik kijk uit naar je reactie!
Wil je als eerste op de hoogte zijn van een nieuw artikel? Schrijf je hier in voor mijn maandelijkse nieuwsbrief. Voor meer artikelen over leerproblemen, ADHD & autisme kijk op mijn blog pagina.
